Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsEr worden nog wel eens fouten gemaakt met het voltooid deelwoord dat als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt. Schrijf je nou de verbreedde weg of de verbrede weg? In dit blog nog even een korte uitleg.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: Het huis is groot. In verbogen vorm: het grote huis. De fiets is mooi. De mooie fiets. De weg is breed. De brede weg. Voor een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord gelden dezelfde spellingsregels als voor een verbogen bijvoeglijk naamwoord. Als een bijvoeglijk naamwoord een lange klinker heeft, zoals in groot, dan wordt dit in een verbuiging een korte klinker als er een –e achter komt: grote. Heeft het bijvoeglijk naamwoord een korte klinker, bijvoorbeeld wit, dan wordt het bijvoeglijk naamwoord op –e met twee medeklinkers geschreven: witte.
Bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden kunnen ook worden verlengd met een -e.De fout die hierbij vaak gemaakt wordt, is dat deze vorm kan worden verward met de verleden tijd van het werkwoord. Je gaat het dan met dubbele klinker en dubbele medeklinker schrijven, maar dat is niet goed. Dit is wel goed voor de verleden tijd, maar niet voor het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord.
Bijvoorbeeld:
De accountmanager vergrootte zijn omzet (verleden tijd).
Zijn vergrote omzet leidde tot salarisverhoging (voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord).
De wegwerkers verbreedden de weg (verleden tijd).
De verbrede weg zorgt voor minder files (voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord).
De kinderen verkleedden zich voor een feest op school (verleden tijd).
De verklede kinderen hadden een feest op school (voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord).
De aardbeving richtte in Nieuw-Zeeland veel schade aan (verleden tijd).
De aangerichte schade na de aardbeving in Nieuw-Zeeland is enorm (voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord).
Bekijk eerst of het om een verledentijdsvorm gaat of om een bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord. Als het dit laatste is dan schrijf je dit zo kort mogelijk. Dus geen verdubbelingen van klinkers en medeklinkers.