Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsTijdens het schrijven van een beleidstekst kun je als schrijver het spoor bijster raken. Zo is het mogelijk dat je de informatie verkeerd structureert. Wat aan het begin hoort, plaats je aan het eind, wat in het midden van je nota hoort te staan, schrijf je in het begin. Ook kan het gebeuren dat je informatie geeft die helemaal niet in de beleidsnota moet komen, omdat die niet relevant is voor het beantwoorden van de centrale vraag. Maar het kan ook zo zijn dat je te weinig argumenten geeft om de lezer te overtuigen van jouw standpunt. We willen je graag duidelijkheid geven in de mogelijke problemen die tijdens het schrijven van een beleidsnota kunnen ontstaan, en oplossingen geven om weer verder te gaan.
Het ontbreken van een centrale vraag of een onduidelijke centrale vraag is een probleem dat eigenlijk niet mag voorkomen. Hiermee ontbreekt namelijk de kern van je beleidsnota. De lezer gaat op zoek naar de centrale vraag en als die er niet is of als die onduidelijk is, kost dit de lezer veel tijd. De lezer gaat dan zelf een centrale vraag formuleren, waardoor onbegrip ontstaat, omdat jij misschien heel iets andere bedoelde met jouw beleidsnota. Zorg dus altijd voor een goed geformuleerde centrale vraag, die in je beleidsnota wordt beantwoord.
Met het formuleren van de centrale vraag verwacht de lezer in de beleidsnota ook een antwoord te vinden. Als je de centrale vraag niet voldoende beantwoordt, neemt de lezer je niet meer serieus. Als dit probleem zich voordoet, ga bij je zelf dan na waarom je de centrale vraag niet kunt beantwoorden. Wellicht moet je de centrale vraag bijstellen of moet je nog meer onderzoek doen, zodat je wel met overtuigende antwoorden kunt komen.
Soms wordt op een andere vraag antwoord gegeven dan op de centrale vraag die in het begin van je beleidsnota wordt gesteld. We noemen dit de verborgen centrale vraag. Dit kan een weldoordachte strategie zijn, maar je loopt op een gegeven moment vast. Want je conclusies en argumenten passen niet bij de centrale vraag die je hebt geformuleerd. Als dit bij jou gebeurt, bedenk dan goed wat je met je tekst wilt bereiken. Wellicht moet je terug naar je opdrachtgever om de opdracht duidelijker te krijgen. Of anders moet je de centrale vraag aanpassen.
Sommige schrijvers maken van een beleidsnota een onderzoeksverslag. Meestal is dit helemaal niet nodig. De lezer wil juist op basis van een goed onderbouwde beleidsnota een beslissing kunnen nemen. Waak er dus voor dat je niet meer informatie geeft dan nodig is voor het beantwoorden van de centrale vraag.
Er worden vaak meer conclusies of aanbevelingen gegeven in het slotgedeelte dan de centrale vraag oproept. In feite worden er meer centrale vragen beantwoord dan in het begin zijn geformuleerd. Schrijvers denken indruk te kunnen maken met het blijk geven van hun kennis en informatie. Maar dat is lang niet altijd het geval. Je nota wordt onoverzichtelijk en niet iedereen is blij met ongevraagde aanbevelingen. Ook kan het gebeuren dat niet al je conclusies door argumenten worden ondersteund. Als je dus meer informatie kwijt wilt, schrijf dan vervolgnota's.
Bovenstaande problemen kunnen zich voordoen, omdat je tijdens het schrijven je ideeën aanpast. Hiermee moet je dus ook je centrale vraag en de rest van je tekst aanpassen. Blijf dus steeds vraag en antwoord op elkaar afstemmen. Als je merkt dat je vastloopt, begin je weer bij het begin. Want aan half werk heb je niets.