Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsSinds vorige week beschikt Nederland over een officiële Uitleenwoordenbank opgesteld door Nicole van der Sijs van het Meertens Instituut. In deze database staan maar liefst 18.242 woorden die in 138 andere talen zijn opgenomen. Sommige van die woorden komen in meerdere talen voor. De Nederlandse woorden hebben geleid tot 48.446 nieuwe, geleende woorden in vreemde talen, wat inhoudt dat ieder Nederlands woord gemiddeld ruim tweeënhalf keer is uitgeleend. De uitleenwoorden zijn niet alleen Standaardnederlandse woorden, maar ook gewestelijke woorden, inmiddels verouderde woorden en woorden uit overzees Nederlands. De gegevens zijn verzameld door meer dan vijftig medewerkers van het Meertens instituut.
Het doel van de Uitleenwoordenbank is te laten zien met welke talen het Nederlands in het verleden contact heeft gehad, en wat het talige gevolg was van deze contacten. Een deel van de uitgeleende woorden heeft het Nederlands op zijn beurt ontleend aan een andere taal; zo heeft het Nederlands rotan op Indonesië leren kennen en het woord vervolgens bekendgemaakt aan Europese talen zoals het Frans en de Scandinavische talen. Via de Uitleenwoordenbank krijgt men een overzicht van dergelijke doorleenwoorden. Sommige Nederlandse woorden zijn vaak door een bepaalde taal doorgeleend naar een andere: zo heeft het Russisch veel Nederlandse woorden doorgeleend aan het Oekraïens en Bulgaars, terwijl het Bretons de meeste Nederlandse woorden via het Frans heeft leren kennen.
Uitgeleende woorden vormen de culturele sporen die Nederlanders en Vlamingen in contact met andere talen en landen hebben achtergelaten. Het grote aantal uitleenwoorden toont aan dat de Nederlandse taal en cultuur veel invloed hebben gehad, en dan met name via huis-tuin-en-keukenwoorden, woorden die in het gewone dagelijkse leven voorkomen. In de vroegere koloniën, waar Nederlands als bestuurstaal werd gebruikt, zijn daarnaast veel ambtelijke termen overgenomen. Het vaakst uitgeleende woord is baas. Dat is in het Engels boss geworden en via het Engels in veel andere talen terechtgekomen. En zo komt het ook weer bij ons terecht omdat we hier soms ook over boss spreken.
Het uitlenen vond niet alleen plaats in de Gouden Eeuw: ook in de middeleeuwen was de Nederlandse expansie zeer substantieel en het uitlenen gaat zelfs tot op heden - zij het in zeer bescheiden mate - door. Nu zijn het vooral handelstermen die worden uitgeleend, zoals leerdammer, maaslander en kollumer, en namen voor nieuwe vindingen, zoals klapschaats, korfbal of rollator. De Uitleenwoordenbank is een eerste verkennende inventarisatie en er zijn zeker verbeteringen en aanvullingen mogelijk. Kijk voor meer informatie op de site van het Meertens instituut.