Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsHet is zomer en lekker koel op kantoor. Je wilt daarom een briefje ophangen om je collega’s te laten weten dat het raam sowieso dicht moet blijven als de airco aan staat, hoe warm het ook is buiten. Dus je begint met een strenge boodschap: ‘Beste collega’s, dit raam moet ten aller, oh nee te, nee ten alle nee ten allen… dicht blijven… help! Hoe schrijf je dat eigenlijk: te(n) alle(n) tijde(n)?’
Wat is nu de juiste vorm: ter aller tijde, ten allen tijde, ten alle tijde, te alle tijde, te allen tijde of nog een andere vorm?
De juiste vorm is: te allen tijde.
Meer weten? Hieronder staan een korte en een lange versie van de achterliggende grammaticale regels.
Te allen tijde is een zogenaamde ‘staande uitdrukking’. Staande uitdrukkingen zijn van die ouderwetse Nederlandse zinnetjes die we nu nog steeds gebruiken. Hierin zijn oude naamvalsvormen behouden gebleven, die zorgen voor de verschillen in te, ten en ter. Ook het geslacht van de woorden (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) bepaalt of een woord eindigt op -e, -er of -en.
Bekende voorbeelden van staande uitdrukkingen zijn: van dien aard, te goeder trouw, ter ere van, ten einde raad, ten behoeve van, ter illustratie en ter inzage.
Omdat we tegenwoordig niet meer werken met naamvallen en dat dus niet meer op school leren, hebben we ook geen gevoel meer voor woordgeslacht en de uitgangen die daar bij horen. Het is dus een kwestie van gewoon goed onthouden hoe je zo’n staande uitdrukking correct schrijft.
Of gebruik een moderne variant voor ‘te allen tijde’, zoals ‘altijd’: Het raam moet altijd dicht blijven. Ook al staat dat minder streng…
Een naamval is een vorm die een woord aanneemt op grond van zijn grammaticale functie in een zin. In het hedendaagse Nederlands komen naamvallen (gelukkig) bijna niet meer voor. Maar vroeger had onze taal wel een naamvallensysteem en daarvan vind je nog sporen in vaste uitdrukkingen die in het verleden zijn ontstaan en die sindsdien niet veranderd zijn.
Terug naar de hoofdvraag van dit verhaal. Het is niet ‘ten allen tijde’ of ‘ter allen tijde’, omdat je ten en ter alleen gebruikt wanneer je het kunt vervangen door de combinatie ‘tot’ + ‘de’ of ‘het’. Deze twee versies zijn namelijk versmeltingen van tot + een lidwoord (den en der):
Ten = tot/te + den
Ter = tot/te + der
Kun je er geen lidwoord bij denken (dus past ‘tot de’ of ‘tot het’ niet), dan is het altijd te. De combinatie ‘tot de alle tijd’ is incorrect, dus de correcte vorm is te allen tijde is. Andere voorbeelden met te zijn:
Het bijvoeglijk naamwoord alle krijgt een -n omdat het hier een derde of vierde naamval bij een mannelijk woord (tijd) betreft. En dát zelfstandig naamwoord wordt op zijn beurt verlengd met een -e, die we ook zien bij andere mannelijke en bij onzijdige woorden in dergelijke constructies (te berge rijzen, in koelen bloede).