Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsBezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, zijn, jouw, haar etc. Met deze woorden geef je aan dat iets jouw eigendom is. Bijvoorbeeld: ‘Dat is mijn fiets.’ Ook kun je met een bezittelijk voornaamwoord relaties aanduiden: ‘mijn vader, zijn broer’.
In spreektaal wordt het woord ‘mijn’ vaak afgekort tot ‘m’n’. Wanneer er vlug gesproken wordt, wordt dit al gauw ‘me’. Op sociale media wordt tegenwoordig veel in spreektaal geschreven. Vandaar dat het woord ‘me’ steeds vaker opduikt als een bezittelijk voornaamwoord. Denk bijvoorbeeld aan berichten als: ‘Ik ga vandaag naar me broer’. Volgens de taalregels is dit dus een grammaticale fout waar mensen zich aan kunnen ergeren. Zo zijn er zelfs speciale fora en Facebookpagina’s aangemaakt waar mensen hun frustratie kunnen uiten en delen met elkaar. Anderen vinden dat een taal continu in ontwikkeling is en dat we met de tijd mee moeten gaan.
Taalhistoricus Kenny Louwen ergert zich niet heel veel aan taalfouten. Wel geeft hij aan dat hij gradaties maakt in fouten: ‘Sommige zaken worden als fout gezien, maar taalhistorisch zijn ze correct. Zoals het kunstmatige onderscheid tussen hen en hun (ik geef hun het boek, ik geef het boek aan hen). Ik zeg of schrijf gerust ‘Ik gaf hen het boek.’ Waar ik me niet aan kan storen (behalve in drukvorm) zijn bovenstaande gevallen: me broer, me fiets. Wat ik wél fout en minder fraai vind, is ‘ze broer’ in plaats van ‘z’n broer’. Waar ik me echt aan kan storen zijn fouten als ‘die meisje’. Dit lijkt me een typisch jeugdprobleem.’
Wat vind jij, erger jij je ook aan deze fouten of vind je het wel meevallen? Of ken je zelf nog dergelijke fouten? We zijn erg benieuwd naar jouw mening.