Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsWie regelmatig met de trein reist, is er al aan gewend: sinds december 2017 begint de omroeper van NS mededelingen met ‘Beste reizigers’. Dit kwam in de plaats van ‘dames en heren’. Achterliggende gedachte is dat NS het belangrijk vindt dat iedereen zich bij hen welkom voelt, en met dit bericht aangeeft dat de trein beschikbaar is voor ieder mens met een geldig vervoerbewijs - ongeacht hun genderidentiteit of uiting daarvan. Andere voorbeelden van genderbewust taalgebruik zijn de aanhef ‘beste Amsterdammers’ boven een brief van de gemeente, of ‘geachte klant’ bij een mailing. Steeds meer organisaties besteden aandacht aan genderbewust taalgebruik; hoe is dat bij jullie?
Het is nog niet zo makkelijk om genderbewust te formuleren binnen de mogelijkheden van het Nederlands. Met dit blog helpen we je alvast op weg! Met een beetje creatief denken kun je toch zorgen dat alle genders zich individueel of als groep kunnen herkennen in een formulering en zich gerespecteerd voelen. Maar waar kun je het beste beginnen? Onze tip: leg je folder, handleiding, artikel of webtekst eens langs de ‘verwijsladder’ en vervang de standaardverwijzingen naar ‘hij’ en ‘hem door een genderbewust (genderneutraal) alternatief.
Van oudsher is het gebruikelijk om in teksten die algemeen of neutraal bedoeld zijn, mannelijke verwijswoorden te gebruiken. Bijvoorbeeld:
De verwijswoorden 'hij', 'zijn' en 'hem' zijn mannelijk, maar de stilzwijgende "afspraak" is dat je ze in dit soort zinnen neutraal moet opvatten. Toch zullen veel lezers bij dergelijke zinnen automatisch een man voor zich zien. Het ‘probleem’ van zo’n zin is dat 'hij' toch een mannelijk verwijswoord blijft, terwijl er met een reiziger net zo goed een vrouw kan worden bedoeld, of een non-binaire persoon. Gelukkig zijn er alternatieve manieren zoals ‘die’, ‘diegene’, ‘je’ of ‘u’, of meervoudsvorm.
Wil je beginnen met genderbewust taalgebruik? Gebruik dan eens onderstaande alternatieven voor de gangbare ‘hij’ in de standaardzin: een reiziger kan verdwaald raken als hij de kaart niet kan lezen.
Nadeel: de verschillende genders krijgen zo meer nadruk dan nodig is, wat afleidt van de inhoud. Bovendien lezen deze rijtjes niet prettig, zeker als ze vaker in een tekst voorkomen. ‘Die’ en ‘deze’ zijn kort en duidelijk, en ze worden al langer gebruikt als verwijzing naar personen. Wel kan ‘deze’ soms wat nadrukkelijk of ambtelijk overkomen, en is het in België een stuk minder gangbaar dan in Nederland. Voor ‘diegene’ geldt dat het (nog) niet algemeen geaccepteerd is als ‘los’ verwijswoord, maar lijkt toch steeds meer voor te komen.
Het omzeilen van de verwijzing door woorden te herhalen, maakt een tekst wel langer en ook omslachtiger. Dat geldt ook als je ‘zo iemand’,’ deze persoon’ of iets dergelijks gebruikt. De laatste zin kan verwarring scheppen voor lezers: hebben we het nog over die ene reiziger, of is er inmiddels iemand bij komen staan?
Dit is een van de beste opties, die ook vaak gewoon prima in de tekst past.
Verwijzen met ‘je’ levert vaak een genderbewust én prettig leesbaar resultaat op.
Nadelen: ‘je’ is soms te informeel, ‘u’ klinkt alsof de lezer direct wordt aangesproken en ‘men’ komt stijf en ouderwets over.
Kortom: voor een relatief nieuw taalverschijnsel zijn (nog) geen universele taalregels. Maar met een beetje spelen met taal en out-of-the box denken heb je al snel een neutralere tekst, waar meer lezers zich in herkennen, zonder dat het gekunsteld overkomt. Wat de beste optie is, kan per situatie verschillen. De varianten met die, met je en met een meervoudsvorm komen in de meerderheid van de gevallen het natuurlijkst over. Maar ook de andere zijn (soms) bruikbaar.
Wil je meer tips voor heldere, lezergerichte teksten in eigentijds Nederlands? Kijk dan eens bij onze training Opfriscursus Nederlands en Helder en zakelijk schrijven.