Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsNu de Nederlandse sporters van TeamNL het zo goed doen op de Olympische spelen in Parijs, wordt er veel over geschreven. Ook een groot sporttoernooi als dit levert soms taalvragen op. Worstel je ook wel eens met de vraag: 'schrijf je dit los of aan elkaar?' Hieronder geven we antwoord op drie veelvoorkomende taalvragen - ook handig als je over wat anders schrijft.
Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden, kijken we eerst naar de regels voor samenstellingen. Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen. Goudenmedaillewinnaar is een samengesteld woord, waarin het eerste deel een woordgroep is van een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord: gouden medaille. Het tweede deel is het zelfstandig naamwoord ‘winnaar’. Dit noemen we ‘drieledige (of driedelige) samenstelling’. Zulke samenstellingen worden in de regel helemaal aaneengeschreven.
Je schrijft goudenmedaillewinnaar dus aan elkaar. Alle samenstellingen schrijf je eigenlijk aan elkaar, behalve bij een klinkerbotsing of een betekenisverschil. Er mag een tussenstreepje staan om het begrip van een woord te verduidelijken, of als het woord heel lang dreigt te worden. Een voorbeeld waarbij los of aan elkaar geschreven uitmaakt voor de betekenis:
Tenzij je dat laatste ook echt bedoelt, kun je beter alles aan elkaar schrijven.
Wereldrecordhouder is een samenstelling volgens dezelfde regel als die hierboven staat beschreven. Deze samenstelling van twee zelfstandig naamwoorden (wereldrecord en houder). schrijf je dus aan elkaar: wereld recordhouder is onjuist.
Olympisch recordhouder is geen samenstelling, maar een woordgroep die bestaat uit een bijvoeglijk naamwoord (olympisch) en een samengesteld zelfstandig naamwoord (recordhouder). Woordgroepen zijn combinaties van woorden die bij elkaar horen in een grammaticaal verband (bijvoorbeeld in een zin), maar niet één woord vormen. Tussen de delen van een woordgroep komt een spatie. Voorbeelden: een knappe man, lange treinritten, het groene gras. En dus olympisch recordhouder.
Olympisch krijgt in twee gevallen een hoofdletter:
In alle andere gevallen is olympisch met een kleine letter: een olympische medaille, een olympisch record, olympisch goud, het olympisch dorp, etc. Behalve als het het eerste woord van de zin is, natuurlijk...
Leer hier meer over los of aan elkaar, en lees hier meer over hoofdlettergebruik.