Goede training met gemotiveerde trainer.
Deelnemer training Opfriscursus NederlandsErger jij je er ook aan als iemand zegt: “Zij is groter als mij”? In onze spreektaal komt dit steeds meer voor, terwijl we toch allemaal op de basisschool geleerd hebben wat de regels voor als of dan zijn. Maar het lijkt erop dat we die regels in de loop van de tijd weer vergeten. Daarom hierbij een korte herhaling, zodat je weer precies weet wanneer je als of dan moet gebruiken.
Je gebruikt als wanneer twee of meer zaken gelijk zijn aan elkaar. We noemen dit ook wel de stellende trap.
Bijvoorbeeld:
Je gebruikt dan wanneer twee of meer zaken van elkaar verschillen. Er is sprake van een ongelijkheid. We noemen dit de vergrotende of verkleinende trap.
Bijvoorbeeld:
Als je niet zeker weet welk persoonlijk voornaamwoord je achter als of dan moet zetten, maak de zin dan af: Zij is groter dan mij, of zij is groter dan ik. Welke zou het zijn?
Je hoort het hopelijk meteen: dat moet de laatste variant zijn. Twijfel je nog? Denk dan het werkwoord erachter, dat we nu meestal weglaten. Bijvoorbeeld:
Er zijn meer ezelsbruggetjes te verzinnen om de woorden als en dan goed te kunnen gebruiken. Een van de dingen die deelnemers aan onze schrijftrainingen opmerken, is dat ze het zo leuk vinden om met de hele groep grappige ezelsbruggetjes te verzinnen. Een leuke manier om samen te zorgen dat iedereen de regel onthouden kan.