"Er wordt veel regen verwacht."
Voor een Nederlandstalige een doodgewone zin. Maar voor iemand die Nederlands als tweede taal leert, is dit best een puzzel. Want waar slaat dat 'er' eigenlijk op?

 

Ondanks z’n bescheiden lengte is 'er' één van de lastigste woordjes in het Nederlands. We gebruiken het voortdurend, maar voor niet-Nederlandstaligen lijkt het vaak willekeurig ingezet. Toch zit er wél logica achter – alleen is die niet altijd even zichtbaar. Laten we het mysterie van er eens ontrafelen.

 

Waarom is er zo lastig?

Voor moedertaalsprekers voelt het gebruik van er intuïtief aan. We horen wat goed klinkt en gebruiken het automatisch. Maar voor mensen die Nederlands als tweede taal willen beheersen, is het lastig. Waar komt dat door? 

  1. Er kan meerdere functies hebben;
  2. Hetwoordje er kan zelden letterlijk vertaald worden;
  3. Er verwijst soms naar iets, maar soms heeft het ook een puur grammaticale functie.

Toch is er wel degelijk een systeem. Er kan op vijf manieren worden gebruikt:

 

1. Er als plaatsaanduiding

Hier verwijst er naar een locatie die eerder genoemd of bekend is.

  • Ik werk al drie jaar bij dit bedrijf.
  • Ik werk er al drie jaar.

Er betekent hier zoveel als daar – maar dan in een zwakkere vorm.

 

2. Er in combinatie met een voorzetsel

Vaak komt er terecht vóór een vast voorzetsel, als er geen ander woord tussen zit.

  • Heb je al met Word gewerkt?
  • Ja, ik heb ermee gewerkt.
  • Ja, ik heb er vaak mee gewerkt.

Het voorzetsel blijft behouden, maar schuift op achter er.

 

3. Er in combinatie met een telwoord

Als er een aantal wordt genoemd, vervangt er een eerder genoemd zelfstandig naamwoord.

  • Wij hebben tien opdrachten binnengehaald.
  • Wij hebben er tien binnengehaald.

Een subtiel, maar veelvoorkomend gebruik.

 

4. Er als onderwerp in passieve zinnen zonder echt onderwerp

Dit gebruik zie je vaak in zinnen die algemeen blijven.

  • Er wordt aangeklopt.
  • Er mag gelachen worden.
  • Er wordt niets gezegd.

Er fungeert hier als een soort ‘vulonderwerp’ – nodig om de zin te laten kloppen.

 

5. Er als voorlopig onderwerp

Soms is het échte onderwerp nog niet meteen zichtbaar – het komt verderop in de zin.

  • Er staat een paard in de stal. → onderwerp = een paard
  • Er werden veel mensen ziek. → onderwerp = veel mensen
  • Er is niemand gekomen. → onderwerp = niemand

Ook in vraagzinnen zie je dit terug:

  • Zijn de bezoekers er al?
  • Welke vrienden komen er?

Het onderwerp is hier onbepaald: je kunt er geen de of het voor zetten.

 

Waarom is dit zo belangrijk voor NT2'ers?

Wie Nederlands leert, krijgt veel voor diens kiezen: complexe zinsstructuren, werkwoordvervoegingen, en talloze uitzonderingen. Het woordje er maakt het er – tja – niet makkelijker op. Toch is het goed onder de knie te krijgen, als je de functies ervan doorgrondt.

 

Dus: oefen veel, luister goed, en wees geduldig. En onthoud – zelfs voor moedertaalsprekers is het gebruik van er vaak intuïtief. Maar dankzij duidelijke uitleg, herkenbare voorbeelden en herhaling wordt ook dit taalelement langzaam maar zeker vertrouwd.

 

Ezelsbruggetjes voor het woordje er

 

1. Denk aan ‘daar’, maar dan zwakker

Als je twijfelt over er, vervang het dan (in gedachten) door daar.

  • Ik werk er al drie jaar. → Ik werk daar al drie jaar.

Als dat klopt, is er waarschijnlijk goed gebruikt!

 

2. Koppelwoorden? Er + voorzetsel hoort bij elkaar!

Staat er een voorzetsel in de vraag (bijv. met, op, aan)?

Dan komt in het antwoord vaak er + dat voorzetsel terug.

  • Werk je met Excel? → Ja, ik werk ermee.

Denk: vraag met voorzetsel = antwoord met "er + voorzetsel"

 

3. Telwoord? Dan is er het ‘onzichtbare ding’

Als je een getal noemt, is er het ‘ding’ waar het over gaat.

  • We hebben vijf stoelen gekocht. → We hebben er vijf gekocht.

Denk: Er = iets wat eerder genoemd is

 

4. Er klinkt vaak vóór iets algemeens

Als het onderwerp onbepaald is (niemand, iets, veel mensen), komt er vaak vooraan.

  • Er wordt veel gepraat.
  • Er is iemand gekomen.

Denk: Er + algemeen onderwerp = juist!

 

5. Niet zeker? Probeer het zonder

Sommige zinnen klinken raar zonder er → dan heb je het waarschijnlijk nodig.

  • Wordt gepraat over het probleem ❌
  • Er wordt gepraat over het probleem ✅

Met deze ezelsbruggetjes wordt het makkelijker de functie van het woordje er te herkennen en het ook zelf op de juiste manier te gebruiken.

Meer weten? Bekijk deze trainingen.

E-book ‘Zakelijk corresponderen in 4 talen!’

E-book ‘Zakelijk corresponderen in 4 talen!’

Meer weten over zakelijk schrijven in een andere taal? Vraag hier het E-book ‘Zakelijk corresponderen in 4 talen!’ aan.

Goede training met gemotiveerde trainer.

Deelnemer training Opfriscursus Nederlands

Training heeft vooral over de barrière heen geholpen om Engels te praten, het is niet erg om fouten te maken. Dat is fijn!

Deelnemer training Business and banking English

Deze cursus geeft me meer zekerheid in mijn Engelse gesprekken. Ook de manier via live verbinding werkte prima, vertraging op de lijn weegt niet op tegen besparing van reistijd. De trainster deed het heel prettig en heeft me veel geleerd.

Deelnemer training Zakelijke communicatie Engels

Laat taal het werk voor je doen
Professionaliseer je taal- en schrijfvaardigheid