Bijwoorden (adverbs) in het Engels

Bijwoorden gebruik je in een zin om extra informatie toe te voegen over hoe, wat of wanneer. Meestal voegen bijwoorden die informatie toe aan het werkwoord in de zin, maar soms ook aan een bijvoeglijke naamwoord of aan een ander bijwoord. In het Engels zijn er verschillende soorten bijwoorden. De meest belangrijke zijn:

• Adverbs of manner (manier)
• Adverbs of place (plaats)
• Adverbs of time (tijd)
• Adverbs of frequency (frequentie)

In onderstaand schema beschrijven we deze vier soorten bijwoorden.

Vorm van adverb of manner

Je maakt een adverb of manner door achter een bijvoeglijk naamwoord -ly toe te voegen.
Bijvoorbeeld: slow – slowly, quick – quickly, beautiful, beautifully

Uiteraard zijn er ook uitzonderingen/ onregelmatige vormen:
good – well, hard – hard, fast – fast, late – late, early – early

Meerdere bijwoorden in een zin

Als er meerdere bijwoorden in de zin staan, dan is de volgorde:
Bijwoord van manier – plaats – frequentie – tijd

Bijvoorbeeld:
Dad walks quickly into town every afternoon before supper.

Het bijwoord van tijd kan ook vooraan in de zin worden geplaatst. Het gebruik van meer dan drie bijwoorden in één zin wordt niet aangeraden.